Is neurofeedback de oplossing voor mijn paniekstoornis?

Brainmed hielp mee met het artikel geplaatst in Vizier (herfst 2019), “Is neurofeedback de oplossing voor mijn paniekstoornis” voor het item “Redacteur Corinne test het”.

Lees hier het artikel

Is neurofeedback de oplossing voor mijn paniekstoornis?

De berichten erover zijn verschillend: neurofeedback als oplossing voor angst-of dwangklachten. Helpt het nu wel of niet? Redacteur Corinne nam de proef op de som.

Inmiddels ben ik ruim twintig jaar zoet met mijn angststoornis en paniekaanvallen. Is er dan nog iets wat me kan helpen? Op Google lees ik over Neurofeedback. In het kort: een therapievorm waarbij door conditionering van de hersengolfactiviteit, diverse klachten kunnen worden behandeld. Is dit dan de heilige graal voor mij?

Als ik de behandelcentra mag geloven wordt neurofeedback ingezet voor uiteenlopende klachten. Van angst, dwang, autisme, ADHD tot epilepsie, migraine en slaapstoornissen. Zonder medicijnen, zonder jarenlange gesprekken. Daar zeg je toch meteen ‘ja’ tegen? Nou, niet meteen. Want tussen de lovende recensies van de klinieken, staan ook artikelen van sceptici. Zo zouden de resultaten niet wetenschappelijk zijn onderbouwd en is effectiviteit van neurofeedback bij veel van deze klachten nooit bewezen.

Wat betekent dat dan voor mij? Ik spreek met dr. André Keizer, hoofd behandelzaken bij het Neurofeedback Instituut Nederland. Sinds 2004 biedt deze organisatie neurofeedback behandelingen op diverse locaties in Nederland. Ook krijg ik informatie van Joris van Neijenhof namens Neurocare. Zij doen behalve behandelingen ook wetenschappelijk onderzoek.

Heren, kunnen jullie me uitleggen hoe het neurofeedback proces werkt? Gaan jullie mijn brein ontleden?

Joris van Neijenhof: “Nee hoor, we gaan niet je brein in. Met elektrodes op je hoofdhuid worden de vuurpatronen van de hersencellen, ofwel je hersenactiviteit, opgepikt en in golfjes uitgedrukt. Deze signalen worden direct weer aan je teruggegeven in beeld en geluid, met als doel activiteit in het brein operant te conditioneren. Je brein wordt beloond middels dit beeld of geluid om bepaalde activiteit te produceren of juist te onderdrukken.” Dr. Keizer vult aan: “De EEG meting en de afwijkingen hierin op de norm, vormen de basis van de neurofeedback. De therapeut stelt een drempelwaarde in: Elke keer wanneer die afwijking onder die drempel komt, word je beloond. Dat kan op allerlei manieren. En zo word je geconditioneerd om steeds minder van die afwijking te laten zien. Het brein gaat daar zelf op zoek naar. Na een bepaald aantal sessies is het de bedoeling dat je steeds minder van de afwijking laat zien.”

Is neurofeedback inderdaad voor zoveel verschillende psychische klachten in te zetten? Dat klinkt ongeloofwaardig.

”Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan, ook naar de analyses die wij op de EEG toepassen. Binnen ons instituut passen wij neurofeedback toe bij een beperkt aantal psychische aandoeningen, waarbij wetenschappelijke evidentie bestaat dat neurofeedback effectief kan zijn”, aldus dr. Keizer.

Je kijkt bij ADHD naar andere afwijkingen en andere gebieden dan bij angst?

“Ja precies. We weten uit onderzoek dat er bepaalde markers zijn voor ADHD. Dus ik verwacht dat iemand met bijvoorbeeld ADHD frontaal een afwijking heeft. Het is dan trouwens niet zo dat als je die afwijking hebt, je sowieso ADHD hebt. ‘Er is een grotere kans op’. We weten dat bij mensen die heel angstig zijn een overmaat aan bèta verwacht wordt of een tekort aan alpha activiteit, of allebei. Dat kan je betrouwbaar meten met EEG. Wij behandelen onder andere: angst, dwangklachten, burnout, dyslexie en merendeel AD(H)D.
Joris Nijenhof: “Ik ben het er niet helemaal mee eens dat neurofeedback voor al deze klachten de geschikte behandelmethode is. Neurofeedback is zeker zinvol, alleen: je moet weten waar je het op toepast en je moet weten hóe je het moet doen. In mijn vakgebied, en de zorg in het algemeen, mag je er eigenlijk vanuit gaan dat als iets wordt aangeprezen als iets wat werkt voor alles, het vaak too good to be true is”.

Ben je het dan eens met de sceptici?

”Ja en nee. Toen ik jaren geleden begon als neuropsycholoog was ik ook sceptisch over neurofeedback. Tot ik me er meer in ging verdiepen en ik in contact kwam met dr. Martijn Arns van Neurocare. Ik zag hoe degelijk het wetenschappelijk onderzoek is dat hij doet. Ik ben nu om, ook omdat ik zie wat er allemaal mogelijk is. Zeker bij ADHD en slaapproblemen is dat inmiddels afdoende wetenschappelijk bewezen. Maar als je mij vraagt of het ook iets kan betekenen voor mensen met angst zeg ik: waarschijnlijk niet. We kunnen niet 100% zeggen dat het niet werkt, maar er is nog geen overtuigend wetenschappelijk bewijs. Daarnaast is een probleem met neurofeedback dat het op veel plekken in onze ogen onvoldoende onderbouwd of onvoldoende deskundig wordt toegepast. Je weet dus niet goed of je op de juiste plek bent. Dan wordt het wel een hele dure gok, want het is geen vergoede zorg.”

Dr. Keizer: “Het is duidelijk dat het medisch establishment neurofeedback nog niet echt heeft geaccepteerd. Daarvoor is zeker meer wetenschappelijk onderzoek nodig. Als wij na de intake het idee hebben dat iemand meer gebaat is bij cognitieve gedragstherapie, gaan wij ook geen neurofeedback adviseren. Veel patiënten hebben echter al cognitieve gedragstherapie geprobeerd, of reageren bijvoorbeeld slecht op medicijnen. Aangezien er wetenschappelijke evidentie bestaat voor de effectiviteit van neurofeedback bij angststoornissen, bestaat er een goede kans dat neurofeedback voor een vermindering van angstklachten kan zorgen.”

‘Dat rode QEEG hoofdje van jou dat je hier ziet, wijst op een afwijking van de norm’

Neuropsycholoog Tim Smits – Brainmed

Om zelf een oordeel te kunnen vellen, heb ik een afspraak gemaakt bij BrainMed in Utrecht. Na een kleine introductie en uitleg wat er gaat gebeuren, zet Tim Smits, neuropsycholoog, een kap op mijn hoofd en bevestigt met een soort lijm de 19 elektroden op mijn hoofdhuid.

Via een computerscherm zijn nu mijn hersengolven te zien en op een ander scherm prijken verschillende hoofdjes, met diverse kleurvlakken. Tim: “Je ziet hier het samenspel van heel veel neuronen die tegelijkertijd vuren, ze zijn aan het communiceren. We meten dit tien minuten met ogen open en tien minuten met ogen dicht. We vergelijken jouw hersengolven met die van mensen van jouw leeftijd zónder angst. De uitkomst van deze vergelijking heet QEEG. Als jouw QEEG hoofdjes rood zijn betekent dat dat er verhoogde waarden zijn, blauw is verlaagd en wit is ‘normaal’, binnen de norm. Dus jouw rode QEEG hoofdje wijst op een significante afwijking van de norm. Na het QEEG beoordelen we of het individuele breinbeeld past bij het model wat er bestaat voor angst. In jouw geval zien we dit eenduidig terug.”

Maar ik voel me nu totaal niet angstig, heb geen paniek. Hoe kan dat dan?

“We meten met het QEEG de biologische gevoeligheid voor klachten en niet de klacht zelf. Aan de hand van het model dat voor angst is ontwikkeld, gaan we nu jouw brein trainen. Door het belonen van gewenste hersenactiviteit hopen we dat jouw brein leert om minder snelle hersengolven aan te maken. Dit zou zich moeten vertalen in een afname van de rode QEEG hoofdjes. Als dit lukt, gaat dit gepaard met een afname van de gevoeligheid voor angst en paniek”.
Dat gaan we meteen proberen. Ik moet naar een scherm kijken waar een film wordt gestart. Tim stelt de drempel vast waartussen mijn hersengolven moeten vallen voor de beloning. Als het scherm zwart wordt, zijn mijn waarden te hoog of te laag. Tim: ”Nu moet jouw brein gaan uitzoeken hoe hij de film weer aan krijgt. Dat is de beloning. Ik zie dat je nu al goed bezig bent, want ik zie minder rood.”

Hoe kan dat nou? Ik heb echt geen idee wat ik doe of niet doe.

“Het is enigszins vergelijkbaar met leren fietsen. Op een gegeven moment ontwikkel je een gevoel van evenwicht. Maar je weet niet precies hoe je dat evenwicht hebt ontwikkeld en je kunt ook niet precies beschrijven wat je hebt geleerd als je dit wil beschrijven in processen. Bij neurofeedback zien we ook dat het leerproces deels onbewust is. Je brein leert allerlei oorzaak-gevolg relaties leggen in de training door gewenste hersenactiviteit te belonen, maar je kunt na afloop niet bewust beschrijven wat je hebt gedaan waardoor het beter ging. Wij verrichten gemiddeld 12-13 trainingen 19 kanaals LoRETA (deep brain) neurofeedback bij mensen met angst- en paniekklachten.”

Wat gebeurt er nou als mijn scherm de hele tijd zwart blijft? Ben ik dan niet geschikt?

“Nee, dan kan het betekenen dat de drempels te moeilijk staan afgesteld. Na vijf trainingen wordt er standaard geëvalueerd om te beoordelen of de training technisch aanslaat, ofwel de hersenen in staat zijn om te leren van de training. Als dit niet het geval is, wordt de training stopgezet. Als de behandeling aanslaat zien we gemiddeld na 8-10 trainingen een duidelijke verlichting
van de klachten optreden.”

Wat vind jij ervan dat mensen zeggen dat neurofeedback voor angst niet werkt?

”Ik zie in de praktijk dat het wél werkt. Het is zeker geen wondermiddel, maar gemiddeld zien we bij 70-80% van de mensen met angst- en paniekklachten een duidelijke verlichting van de angstklachten optreden, bij sommigen verdwijnen de klachten compleet. Ik geloof er zelf ook niet zo in om dingen uit te sluiten door protocollen of richtlijnen. Dat is het mooie van neurofeedback; het is allemaal maatwerk, gebaseerd op je EEG, je individuele biologie.”

Na de gesprekken ben ik een beetje in verwarring. Het frustreerde me best wel dat ik geen idee had waarom ik de ene keer wel de film zag en andere keer niet, terwijl ik voor mijn idee niets anders deed. Ik heb graag controle op wat ik doe. Ik slaap er nog een nachtje over.

Copy to Clipboard